Na zijn dood in 1582 werden de bouwwerkzaamheden voltooid in opdracht van zijn weduwe Marie van Martinice. Het kasteel telde twee verdiepingen, de eerste van steen en de tweede van hout, met galerijen en een torentje op de nok van het dak. Het was gedecoreerd met sgraffito en opschriften. Tijdens de Dertigjarige Oorlog raakte het kasteel zwaar beschadigd en brandde de bovenste verdieping uit. Tijdens de restauratie werden de opschriften en decoratie bedekt met pleisterwerk. In 1868 gaf graaf Jan Harrach de opdracht om het pleisterwerk te verwijderen, maar slaagde erin slechts enkele overblijfselen van de decoratie te redden. In 1994 werd de gevel van het kasteel gerestaureerd.

Een deel van de expositie is gewijd aan Jan Amos Comenius, die er enkele maanden verbleef voor hij in 1628 naar Nederland vluchtte. Tegenwoordig bevindt zich in het kasteel een Comenius-gedenkteken.